Het bevoegd gezag kan in de omgevingsvergunning voor een activiteit met organische reststromen een proefnemingsvoorschrift opnemen. Dit proefnemingsvoorschrift kan het mogelijk maken nieuwe initiatieven uit te voeren die mogelijk leiden tot minder gebruik van primaire grondstoffen.
Of het gebruik van primaire grondstoffen daadwerkelijk afneemt, kun je afleiden uit de individuele proefneming zelf, of een reeks van proeven die in het proces worden genomen.
Er zijn wel grenzen aan proefnemingsvoorschriften. Zo moeten de proefnemingen passen binnen het doel van de Omgevingswet. Proefnemingen blijven bovendien onderhavig aan een mogelijke vergunningsplicht of de meldingsplicht.
Tot slot moet altijd voldaan worden aan Europese minimumeisen, voor zover van toepassing.
In artikel 8.35 van het Besluit kwaliteit leefomgeving (Bkl) is bepaald dat een omgevingsvergunning een periode (van ten hoogste negen maanden) kan hanteren waarin de vereisten op het gebied van industriële emissies niet gelden voor het testen of gebruiken van een nieuwe techniek. Voorwaarde hierbij is dat bij verdere commerciële ontwikkeling:
Rechtsgebied | Publiekrecht > Omgevingsrecht |
Citeertitel | Besluit kwaliteit leefomgeving |
Artikel | 8.35 |
Geldig vanaf | Invalid Date |